1, 2, 3, 4, 5,

      


Sept-2006 IMG_3752.jpg

 

 half 2012/31-7-2007  tot 2013 bestaat niet meer.

(Bouw)plan: Slopen bouwwerk

Datum verleend: 08-11-2012

Soort vergunning: Slopen in beschermd stads- of dorpsgezicht

dit betekend dus dat er in 2013 gesloopt zal gaan worden en dat het pand helemaal zal verdwijnen.

31-7-2007 tot half 2012   Brasserie Juli

. . - . . -  . . . .  tot 2007  Pita Giros Nikos ‘ Creperie’

. . - . . -  . . . .  tot . . - . . -  . . . .  Crêperie Dendick ( Petit Restaurant ) ( 2002-2003 )

. . - . . -  . . . .  tot . . - . . -  . . . .  Créperie Denimar ( Petit Restaurant )

. . - . . -  . . . .  tot . . - . . -  . . . .  Créperie De Paris ( Petit Restaurant )

. . - . . -  . . . .  tot . . - . . -  . . . .  Hennevanger  Sigarenmagazijn ( 1937 )

. . - . . -  . . . .  tot . . - . . -  . . . .

Goudsteen 5, wijk E 87, kadasternr. 205

Dit huis was in 1767 in drie zelfstandige wooneenheden verdeeld: er was een westwoning, een oostwoning en een achterhuis. Het gehele huis was meestal eigendom van de hoofdbewoner.

87a, ‘westzijde of hoofdhuis’

Eigenaar en bewoner in 1767 is Pietertje Brasser, zojuist weduwe geworden van Cornelis Bogert. Bij haar woont haar getrouwde dochter Ariaantje met haar man Isaac Berkhof, kuiper van beroep en hun zoontje Gerrit van drie. Verder is er nog een dienstmeid.

In 1776 is ‘bouwman’ (boer) Cornelis Middelhuizen met zijn vrouw Maartje v.d. Wal hoofdbewoner.

Tussen 1776 en 1786 wonen er achtereenvolgens drie vissersgezinnen: dat van Jan Buitelaar, van Jan Volkertszn Boer en van Dirk Metaal.

In 1786 woont er ene Cornelia van de Gaag met haar kind. Zij trouwt een halfjaar later met Jan Zonnevelt, die bij haar komt wonen.

Kleermakerij

Dan vestigt zich in 1801 in Maassluis de jonge kleermaker Franciscus Asmus (27) uit ‘Dinxperlo in Munsterland’ met zijn vrouw Johanna Staakman (26) uit Vlaardingen. Een halfjaar later bevalt Johanna van een zoontje Christiaan, dat echter vlak na de geboorte overlijdt. In 1806 en 1808 krijgen zij twee gezonde dochtertjes Kaatje (Catharina) en Trijntje (Geertruida). In 1817 wordt er een nakomertje geboren dat weer Kristiaantje heet, maar ook dit kind overlijdt.

Vanaf 1820 tot haar dood in 1836 woont Francijntje Staakman uit Vlaardingen, waarschijnlijk Johanna’s moeder, bij hen in het zijhuis. Johanna is naaister en de dochters Kaat en Trijn, die nooit het huis uit zullen gaan, worden ook opgeleid tot naaister. Wanneer de dochters rond de 40 zijn, komt er een nieuwe naaister bij hen wonen, Catharina Margaretha van Ette. Zij is ‘niet verwant’ en ook geen ‘thuisligster’, dus zij zal in dienst zijn genomen om mee te werken in het naaiatelier. Waarschijnlijk is moeder Johanna niet lang daarvoor overleden, want zij komt dan niet meer voor in de registers. Frans Asmus moet een goede kleermaker zijn geweest, als hij drie naaisters kon gebruiken in de zaak.

In 1859 overlijdt FransAsmus, 85 jaar oud. De drie vrouwen, die intussen ook zo jong niet meer zijn, zetten als naaisters het bedrijf voort en blijven bij elkaar wonen. Kennelijk zijn zij echter niet meer de eigenaren van het huis, want zij trekken zich terug in het zijhuis, terwijl Jan de Raaf in het voorhuis zijn eigen winkel opent. Rond 1870 verhuizen de zusters Trijn en Kaat naar elders. De naaister Catharina van Ette blijft alleen achter en verhuist naar het achterhuis. Daar woont zij tot haar dood in 1884, ongeveer 75 jaar oud.

Winkel

Zoals gezegd start in 1859 Jan de Raaf uit Zwartewaal samen met zijn vrouw Pleuntje Gorter (34) een winkel in de voormalige werkplaats van de kleermaker. Zij zijn in het gelukkige bezit van tien kinderen, van wie er een jong overlijdt. Pleuntje kreeg haar eerste kind op haar 19e, wat ook in die tijd een vrij jonge leeftijd was. Jan overlijdt al jong, niet lang nadat zijn laatste kind in 1861 is geboren. De weduwe Pleuntje staat dan alleen voor de opvoeding van haar negen kinderen. Zij blijft als eigenaar de winkel voortzetten met behulp van haar oudste kinderen. Wanneer de oudste vier het huis uit zijn, gaat Pleuntje onderdak bieden aan diverse familieleden: een ‘mansmoeder’, een ‘broederszoon’ en een ‘zusterskind’. Zij moet een hartelijke, gastvrije en sterke vrouw geweest zijn.

In 1868 komt ook haar oudste zoon, een smidsknecht, weer thuis wonen.

In 1869 hertrouwt Pleuntje met Ary van de Wind, aanvankelijk zeeman, later sjouwer. Ary neemt een volwassen dochter mee in zijn huwelijk.

In 1886 gaat als laatste Pleuntje’s jongste zoon Jacobus, touwslager van beroep, het huis uit om te trouwen in Vlaardingen. Inmiddels is er ook weer een kleinkind (‘zoonsdochter’) bij haar komen wonen.

87b, ‘oostzijde of zijhuis’

In dit zijhuis woonden vaak familieleden of kennissen van de hoofdbewoners.

Zo wonen hier in 1776 korte tijd de visser Jan Buitelaar en zijn vrouw Lidewij Kleinenberg, totdat zij kunnen verhuizen naar het voorhuis. Daarna zijn het achtereenvolgens enkele weduwen die het huisje betrekken, waaronder de schoonmoeder van Franciscus Asmus. Jan de Raaf woont er enige jaren met zijn gezin, totdat hij de hoofdwoning betrekt en het de dochters van de overleden Asmus zijn die hier lange tijd gaan wonen.

Vanaf 1872 zijn bewoners de niet meer zo jonge scheepmaker Martinus Jonkergouw en zijn vrouw Maria de Bruin. Bij hen wonen Maria’s volwassen zoon (sjouwer) en dochter (‘dienstbaar’), die beiden de achternaam Van de Kooy dragen en dus uit een eerder huwelijk van Maria stammen.

In 1886 komen er nog twee kleindochters bij. De dochter gaat het huis uit, de zoon verhuist later naar het voorhuis, waar hij Pleuntje Gorter als hoofdbewoner opvolgt.

87c, ‘achter in ’t slop’

Dit huisje heeft tussen 1767 en 1870 een groot aantal bewoners gehad, ik zal er slechts enkele noemen.

In 1778 huist hier de oude weduwe Willempje van de Gaag met haar volwassen dochter Marietje van 32. Zij verzorgen een kind van vier, Margaretha Jacoba. Dit kind wordt aangeduid als ‘thuisligger’. Het zou kunnen dat dit een weeskind of halfwees is. Soms kon of wilde het weeshuis een kind niet opnemen. Dit kon als oorzaak hebben overbevolking of een slechte financiële toestand van het weeshuis. Maar vaak was het ook een kwestie rond het ouderschap, zoals een onecht kind of een vader die op zee gebleven was. Het kind werd dan niet als wees geaccepteerd maar door de diaconie in de kost gedaan bij particulieren. Het weeshuis en de diaconie droegen daar een kleine wekelijkse vergoeding voor bij.

In 1810 komen we de alleenstaande vrouw Pietertje Steyl tegen met haar twee (!) onechte kinderen Kornelis (9) en Arentijnus (net geboren) en haar oude moeder Aaltje Steyl.

In 1815: Cornelis van Es en Annetje Rosmalen met hun drie kinderen, waarvan het oudste, Pleuntje (12), buiten hun huwelijk is geboren. Zij heeft echter later wel de achternaam Van Es gekregen. Zij nemen in 1820 een kostgangster, Adriana van de Kooy, in huis. Cornelis overlijdt in 1822, waarna zijn vrouw en kinderen verhuizen. Adriana van de Kooy blijft als kostgangster bij de volgende bewoners.

In 1837: Jacob Breugom (‘in ’s rijks dienst’) en Jaantje van Spronsen met vier kinderen. Het oudste kind heeft een andere achternaam en is dus uit een eerder huwelijk van Jannetje, het jongste kind overlijdt als baby.

In 1844: Margrietje Visser. Zij staat geregistreerd als ongehuwd, maar heeft wel drie kinderen en bevalt een jaar later van haar vierde kind. Ze trouwt pas in 1855.

In 1865: Suzanna van Hulst, 72 jaar. Deze Suzanna zijn we eerder als jong meisje tegenkomen op het adres Goudsteen 4.

Deze gegevens van 1767 t/m 1865 zijn uit het boekje van de Historische Schetsen van en over Maassluis nr. 48 geschreven door Ineke Vink 'uitgegeven door de Historische Vereniging Maassluis'.

 

 


Schakel 20-9-2006

 

10-06-1937

 Google Earth 2006

 

Hallo bezoeker van mijn website.

Ik zal me even voorstellen:

Ik ben Ria van der Meer-Warnaar en ik ben geboren en nog steeds woonachtig aan de mooie Groen van Prinstererkade. Vandaar heb ik interesse heb in alles wat over deze straat is te vinden en van het oude centrum van Maassluis.

Tijdens gesprekken is vaak de discussie over welke winkel waar zit in de binnenstad en welke ervoor gevestigd was, vandaar heb ik het plan gevat om daar een overzicht van te maken. Aangezien dat niet uit m’n hoofd gaat hebben mijn man en ik alle winkels uit de binnenstad op de foto gezet. Daaronder ga ik dan de bedrijven zetten die daar zitten en hebben gezeten.

Als u mij wilt helpen om dit zo compleet mogelijk te maken heb ik een aantal vragen aan u.

Als ik meer gegevens heb ga ik deze op mijn website www.zomaar-maassluis.nl plaatsen, zodat iedereen ervan kan mee genieten.

Mijn vragen aan u zijn dan ook de volgende :

- Wat is de officiële naam van uw bedrijf ?
- Op welke datum bent u uw bedrijf gestart ?
- Sinds wanneer bent u op deze locatie gevestigd ?
- Heeft u een visite kaartje of advertentie van uw bedrijf graag met de datum erbij?
- Een vermelding naar uw eigen website kan daar natuurlijk ook staan.
- Als u het leuk vind mag u een stukje schrijven over uw bedrijf dat ik erbij kan
plaatsen.
- Heeft u soms ook nog advertenties o.i.d. van uw bedrijf uit de begin periode ?
- Weet u welke bedrijven er voor u in dit pand hebben gezeten?
- Weet u daar ook datums van ?
- Heeft u daar misschien nog gegevens of foto’s o.i.d van ?
- u snapt het waarschijnlijk al, ik ben met alles blij.
- Heeft u misschien gegevens of foto’s van de Groen van Prinstererkade of het oude Centrum zodat ik mijn websites daarover nog meer kan uitbreiden ?

De foto’s en documenten kunnen we inscannen zodat u gewoon uw eigen spullen kan behouden, indien gewenst zetten we de bron vermelding erbij op het internet.

Heeft u het al digitaal dan kan u het opsturen naar Ria@acvdmeer.nl ook met vragen kunt u mij altijd mailen.

 

Al deze foto's zijn eigendom van A.C. van der Meer Consultancy, zie de voorwaarden bij  © Copyright.
Heeft u aanvullende informatie voor bij de foto's laat het ons weten.
mail dan naar info@zomaar-maassluis.nl